Columns & Blogs.
Er gebeurt veel in de wondere wereld der merken en regelmatig verbaas en verwonder ik me. Reden voor mij om dat op te schrijven. Hieronder mijn recente columns voor het vakblad MarketingTribune.
BRAND CONSULTANT
Er gebeurt veel in de wondere wereld der merken en regelmatig verbaas en verwonder ik me. Reden voor mij om dat op te schrijven. Hieronder mijn recente columns voor het vakblad MarketingTribune.
Na het bestuderen van de data blijkt echter dat veranderingen altijd plaatsvinden, maar niet zo snel gaan als we wellicht verwachten, vrezen of hopen. Het blijkt dat de totale mediaconsumptietijd constant is gebleven, net als de tijdsbesteding over alle activiteiten heen van een gemiddelde dag. Kijken en luisteren zijn nog steeds goed voor 65 procent van onze totale mediatijd waarbij ‘kijken’ een duidelijke piek kent gedurende de avond en op de zondag, terwijl ‘luisteren’ vooral overdag wordt gedaan en aanzienlijk minder tijdens het weekend. Vertrouwde feiten dus.
Als gevolg van de digitalisering van media zien we wel een verdere verschuiving van ‘live’ gebruik naar,onder andere ‘uitgesteld’ gebruik en ‘streaming services’. Zo kijken we bijvoorbeeld in 2018 32 procent van de tijd non-lineair, versus 21 procent in 2015. Binnen ons vakgebied van communicatie en media is dit natuurlijk de trend om te duiden. Belangrijk om hierbij in gedachten te houden is dat de onderliggende motivatie van het Nederlands publiek om media te consumeren niet zo zeer aan verandering onderhevig is, als wel de manier waarop ze dit doen. Men is nog steeds op zoek naar vermaak, ontspanning, afleiding en informatie, maar men bepaalt meer en meer zelf waar en wanneer.
Dit heeft logischerwijs consequenties voor de traditionele modellen van mediabereik en als gevolg komt de effectiviteit van reclame-inspanningen onder druk te staan. Dit is op zich een zorgelijk gegeven voor iedereen in onze industrie. Temeer daar we door het baanbrekende werk van de heren Binet en Field (auteurs ‘The Long and the Short of it’) inmiddels doordrongen zijn van het belang van merkcommunicatie en de rol van spraakmakende tv-reclame gericht op de massa daarbinnen. De afnemende lineaire kijktijd zorgt er namelijk voor dat het steeds moeilijker wordt om het zo belangrijke netto bereik op te bouwen en tegelijkertijd nemen de kosten per procentpunt netto bereik toe.
Anderzijds laat Media:Tijd zien dat er veel sprake is van zowel multitasking (media consumeren tijdens andere activiteit) als media-multitasking (meerdere media tegelijk consumeren). Vooral dit laatste is fors toegenomen van 13 naar 24 procent. Verder is interessant om te zien dat ‘luisteren’ het meeste wordt gedaan tijdens een andere activiteit, terwijl ‘kijken’ voor het grootste deel als mono-activiteit plaatsvindt. Het hele idee van multitasking is vanuit het perspectief van de consument goed te begrijpen. Een dag is te kort, nietwaar? En je wilt toch zeker niets missen. Zelfs mijn moeder (71 jaar) had het laatst over ‘FOMO’ omdat ze een keer de uitzending van de Postcode Loterij Miljoenenjacht moest missen en ze niet met haar vriendinnen kon whatsappen over of zij wel of niet de deal van de bank zou accepteren…
Tel hierbij op hoeveel commerciële boodschappen men gemiddeld op een dag te verwerken krijgt (schattingen lopen uiteen van enkele honderden tot een paar duizend wanneer je merkverpakkingen meetelt) en het recept voor ‘information overload’ en een diametrale afname van aandacht is compleet. En of dit allemaal nog niet genoeg is, wreef Mark Ritson er onlangs nog eens fijntjes in dat de consument helemaal niet zit te wachten op reclame, ondersteund door recent onderzoek van Kantar en het Ehrenberg-Bass Institute (Marketing Week, 11 april 2019). De kramp waar we als industrie vervolgens in schieten bij de constatering ‘Het wordt duurder en levert minder op’, is ons heil zoeken in quick-wins. Kosten besparen dus. Inzetten op kortere spotlengte of budget overhevelen naar meer performance-gedreven kanalen en tactieken. Dit is geen goede ontwikkeling. We moeten uit deze kramp komen als we echt geloven in duurzame groei van merken op de lange termijn.
Bovengenoemde ontwikkelingen dwingen ons om te accepteren dat niet zozeer tijd als wel aandacht de echte ‘currency’ is waar we heel zorgvuldig mee om moeten gaan. Aandacht is schaars en moet meer dan ooit worden verdiend. Cognitief psycholoog Stefan van der Stigchel maakt in zijn boek ‘Zo werkt aandacht’ duidelijk dat ons visuele systeem ons eigenlijk beschermt voor een teveel aan prikkels. We krijgen dus per definitie, gelukkig, niet alles mee wat om ons heen gebeurt. Mensen werkzaam in de communicatie-industrie noemt hij ook wel aandacht-architecten en die hebben een tweeledige opdracht: zorgen dat er naar de reclame gekeken wordt (ergo: hij moet opvallen) en zorgen dat de gewenste informatieoverdracht plaatsvindt (ergo: hij moet relevant zijn).
Op zich niets nieuws onder de zon zou je denken. Het wordt echter steeds moeilijker om dit te realiseren. Er ons bij neerleggen is geen optie want we zijn het als industrie aan onze stand verplicht om tot het uiterste te gaan. Niet alleen voor onze klanten, de adverteerders, maar zeker ook voor de consument. Beide groepen zijn niet gebaat bij meer van hetzelfde met minder opbrengst. Laten wij onze tijd dus ook goed besteden en met aandacht ons vak uitoefenen. Door de inzichten uit een onderzoek als Media:Tijd toe te passen. En door ons echt te verdiepen in wat de beoogde ontvanger van de boodschap beweegt en hoe we hem in beweging krijgen. Dan wordt het voor iedereen zo veel leuker.
Oh, en terugkomend op de prangende vragen: televisie is niet dood (men kijkt ruim 2 uur per dag live TV en 89 procent van de totale kijktijd per dag gaat via het tv-toestel), van de jongste doelgroep (13-35 jaar) leest 15 procent op papier versus 17 procent digitaal en zit er nauwelijks verschil tussen 13-35 jarigen en 50-64 jarigen voor wat betreft gebruiksfrequentie van berichten sturen en Facebook checken. Blijf dus bij de feiten. Blijf zelf nadenken. Of zoals Public Enemy het al verwoordde in 1988: ‘Don’t believe the hype.’
Foto: pixabay
Thu, 02 May
In een onlangs gepubliceerd onderzoek van de universiteit van New York wordt duidelijk gemaakt dat beroemdheden bijna alleen reclame maken voor ongezonde voeding en dranken. Het gaat dat met name om fastfood en frisdrank met veel suiker. Slechts zelden worden deze rolmodellen ingezet ter promotie van gezonde voeding.
Opmerkelijk en verontrustend nieuws deze week over het vervagen van de grenzen tussen redactie en commercie. Allereerst werd bekend dat het gerenommeerde persbureau Reuters een ‘branded content’ samenwerking aangaat met Red Bull. Het persbureau zal fungeren als distributiekanaal voor de content die Red Bull zelf genereert tijdens haar actiesport evenementen. Daarnaast stond in het NRC Handelsblad een uitgebreid artikel over de opkomst van branded content in de redactionele kolommen van de kranten.
De meest recente cijfers van IRI laten zien dat de top-100 A-merken in de supermarkten in 2015 harder groeiden dan de huismerken. Voor het eerst in zeven jaar wordt er nog bij vermeld. Hoera, de crisis voor de A-merken is voorbij! Toch? Nou, volgens mij niet.
Speelgoedfabrikant Mattel heeft aangekondigd dat ze onder het merk Barbie een nieuwe reeks poppen gaan introduceren die een meer getrouw beeld moeten geven van hoe een vrouwenlichaam er in het echt uitziet.
Geven energiebedrijven de consument eigenlijk wel energie? Nee, dit wordt geen zweverig stuk over waar je in het nieuwe jaar allemaal energie van kunt krijgen of wat je energie kost. Dit gaat over het recente nieuws dat het aantal consumenten en bedrijven dat jaarlijks wisselt van energieleverancier blijft stijgen.
Zuivelmerk Campina is een nauwe samenwerking gestart met Yoghurt Barn, een kleine keten yoghurtwinkels met grote groeiplannen. Het merk van FrieslandCampina wordt als de nieuwe, exclusieve yoghurtleverancier zichtbaar op de luifels, terrasschermen en andere plekken in de winkels. De bestaande reclameslogan ‘Loei lekker!’ verandert in ‘Loei lekker by Campina!’.
De donkere dagen voor Kerst krijgen 125 jaar later voor weekblad Elsevier wel een bijzonder letterlijke betekenis. Eigenaar RELX Group (voorheen Reed Elsevier) heeft bekend gemaakt dat de opinietitel anders gaat heten. Het moederbedrijf richt zich steeds meer op data en onderzoekt de mogelijkheid om de titel voortaan samen met een andere uitgever te gaan doen. De naam Elsevier moet vervolgens exclusief gereserveerd worden voor zijn wetenschappelijke uitgeefactiviteiten.
Het valt me de laatste tijd op dat er zeer veel autoreclames te zien zijn, waarvan ik na het zien al weer ben vergeten voor welk merk de reclame was. Dit komt niet in de laatste plaats doordat er toch wel sprake is van een soort creatieve eenheidsworst. Qua vorm, maar vooral ook qua pay-off.